maandag 25 mei 2009

Ko Kret

Na een weekje hard werken zit het er nu bijna op. Nog één week, waarin we het verslag afronden en nog een presentatie houden en dan is het vakantie. Het verslag is eigen,lijk af, nog even de puntjes op d i zetten (ï) en dan is het goed.

Vrijdag ben ik begonnen met het apartment leeghalen. Het grootste gedeelte van mijn spullen ingepakt en naar Koy gebracht. Koy kon niet geloven dat ik maar zo weinig spullen had... niet eens een koffer vol. Als ze een half jaar weg zou gaan zou ze minstens twee koffers nodig hebben...

Afgelopen zaterdag ben ik met Koy naar KoKret (geen KroKet, al zou die er ook wel in gaan) geweest. Dat is een “eilandje” boven Bangkok, waar geen auto’s mogen rijden. Het is niet echt een eilandje, maar omringd door een de Chao Praya River. Geen witte stranden en blauwe zee dus ;). Ko Kret is vooral bekend om pottenbakken en Ka Nom Thai, een soort Thaise zoete toetjes, lijkt een beetje op Baklava.

Met de veerpond steken we de rivier over naar Ko Kret. Vergeleken met Bangkok is het een andere wereld. Geen auto’s, een klein rustig dorpje tussen de palmbomen, met wat marktkraampjes en tempels.

Na aankomst boeken we eerst een rondvaartje om het eiland, die brengt ons naar traditionele Thaise oetjes makers. De rondvaart is best wel leuk, duurt ongeveer 2 uur in totaal met 3 stops. Ze maken een soort toetjes als het Turkse BakLava, maar dan anders. Zoete slierten van een soort deeg, met heel veel suiker.

Een van de andere specialiteiten op het eiland zijn mini-fishcookies. Die worden oop de markt gefrituurd en verkocht in een klein bakje van bananenblad. Met een Thais zoetzuur sausje heel erg lekker, die hebben we ook wat meegenomen om thuis te eten.

Zondag zijn we nog wat wezen winkelen. Ik heb twee korte broeken gehaald en een t-shirtje.

Ik heb ook mijn ticket terug naar Nederland geboekt. Ben were lekker creatief geweest in het besparen van een paar tientjes op de vlucht. Deze keer is het een vlucht van Bangkok, over Cairo naar Brussel.

Ik vertrek de nacht van 17 op 18 augustus, om 00:45 met vlucht MS961 naar Cairo, van Cairo naar Brussel heb ik vlucht MS725. 18 augustus kom ik om 14:45 aan in Brussel. Dus pap neem de 18e vrij aub .

Aankomende zaterdag komt Marc aan. Een vriend van SKKU afgelopen zomer. Met Marc vertrekken we eerst naar Krabi, waar Koy ons ophaalt van het vliegveld. Koy gaat vrijdag naar Krabi bij haar ouders op bezoek. We gaan dan met zijn vieren naar Ko Phi Phi en Phuket en 8 augustus weer terug naar Bangkok.

Vanuit Bangkok gaan we met de bus naar Cambodia waar we naar Koh Krong, Angkor Wat en Phnom Penh gaan. Vanuit Cambodia gaan we naar Ho Chi Minh in Vietnam en met de trein naar Ha Noi. Vanuit Han Noi gaan we naar Ha Long Bay, waar we een dag of 2 blijven en daarna het vliegtuig terug naar BKK pakken.

Daarna is het weer schooltijd in Korea. In Korea ga ik twee lessen volgen Human Rights van Prof. John Lie (University of California, Berkely) en Innovation and Society van Prof. Raymon Abelin (Nanyan Institute of Technology, Singapore). Daarna weer naar Bangkok en dan komen mama en luna al langs!
Dat was het weer ...

dinsdag 12 mei 2009

Lopburi

Vrijdagavond ging Ellen, Stevens zus, weer naar huis. Ze heeft eigenlijk de hele afgelopen week bij Koy rondgehangen. Zijn wezen winkelen, naar Ayutthaya geweest, olifant gereden en de Thaise jurk aangedaan bij Wat Arun.

Ons plan voor zaterdag was Lopburi. Lopburi is een van de oudste steden van Thailand, met een paar mooie oude tempels. Maar de grootste toeritsentrekpleister van Lopburi zijn de apen. Bendes apen maken de stad onveilig. Ze hangen vooral rond in de omgeving van de tempel Phra Prang Sam Yot.

Zaterdag ochtend gingen we dus met zijn 4-en naar Lopburi, ik, Koy, Steven en Noi. Ongeveer 2 uur rijden met het busje vanuit Bangkok werden we afgezet midden in de apenwijk. Eerste stop was dus de 13e eeuws tempel Phra Prang Sam Yot.

De tempel opzich is al een hele mooie tempel, maar de groep apen die rond deze tempel leeft maakt het nog veel leuker. We kunnen lotussen en zonnebloempitten kopen om aan de aapjes te voeren, onder begeleiding van een gids met een katapult voor als de apen aggresief worden.

Van aggresieve apen hadden we geen last, hele lieve aapjes, vooral de kleintjes. Ze klimmen op je schouders en op je hoofd.Natuurlijk leuke fotomomentjes met één of twee apen op je schouders. De tempel staat op een soort eiland, omdat eromheen een weg is. Er leeft dus één groep apen op dat “eiland” en de andere groepen apen leven echt in de stad. De apen op bij de tempel schijnen de “lieve” apen te zijn, waarschijnlijk omdat ze gevoerd worden door de toeristen.

Onze gids liet ons ook een hele dikke aap zien bij de tempel, heb ik jammergenoeg geen foto van. De aap heette Nom Yai, wat dikke tieten betekent, ze luisterde ook naar die naam als de gids riep. Het verhaal bij deze aap was dat ze elke dag om 4 uur naar het ingangsloket van de tempel liep. Daar vraagt gaat ze bij de gidsen om eten bedelen... Als ze niks krijgt gaat ze huilen, met tranen.
Op het voeren van de apen op straat staat een boete van 2000 baht, 50 euro. Omdat de apen op vaste tijden worden gevoerd op daarvoor ontworpen plekken.
Tweede plek waar we heen gaan is het Somdet Phra Narai paleis en het national museaum lopburi wat daarbij zit. Dit is het paleis van King Narai, een van de oude koningen van Siam. Het paleis zijn vooral oude ruines en in het museum staan veel oude buddha en hindu beelden uit opgravingen uit de omgeving tentoongesteld. Ook veel oude munten en wat opgegraven skeletten.

Na het bezoek aan dit paleis gingen Steven en Noi naar huis, ik en Koy zouden die avond nog in Lopburi blijven en zondag weer terug gaan. Nadat Steven en Noi naar huis zijn gegaan zijn wij naar de volgende oude tempel gegaan.

Dit waren de ruines van de 13e eeuws Phra si Mahathat Temple. Deze was eigenlijk mooier dan Phra Prang Sam Yot, de eerste tempel, maar minder populair omdat er geen apen zijn. De tempel bestaat uit de ruines van een paar gebouwen en wat khmer style en Thai style torens. Nadat we hier uitgekeken waren begin het alweer wat donker te worden.

Bij Phra si Mahathat wil Koy op een stapel stenen/ruine klimmen om foto’s te maken. Schoenen uit dus, want met hoge hakken gaat dat niet... Tussen die stenen groeien een soort kleine distels... je voelt hem al aankomen. Met de blote voeten, recht in de bolletjes met weerhaakjes. Ik heb met rotgelachen, Koy zo zielig met der voetjes in die planten. De schade was niet al te serieus en na 2 minuten was de pijn al over.

Die avond zouden we in Lopburi City Hotel blijven. Een hotel tegenover Phra Prang Sam Yot, midden in tussen de apenbendes. De ramen zijn daarom gebarricadeerd met stalen tralies. ’s Avonds gebruiken de apen de tralies als hun persoonlijke sportschool.Hange der in te spelen en te doen, heel erg leuk recht voor je raam. Als je het raam open doet blijven ze ook gewoon zitten en steken ze huin hand naar binnen. Daar hebben we dus wel leuk mee kunnen spelen en mee gelachen.

Ook de teefoonkabels en geparkeerde auto’s worden door de apen als speeltuin gebruikt. Ze steken gewoon de wegen over, heel vreemd om te zoien, zo’n stad die geterroriseerd wordt door apen. Ze laten de apen ook gewoon hun gang gaan, vooral omdat het veel toerisme oplevert.

Zondagochtend zijn we weer terug naar Bangkok gegaan en hebben we de rest van de dag rustigaan gedaan. Wat betreft het afstuderen beginnen we nu aan de laatste loodjes en die wegen het zwaarst. Nog een dikke 2 weken om alles af te krijgen, nu is het vooral tijd voor het analyse gedeelte en het maken van conclusies en aanbevelingen.

zondag 3 mei 2009

Wat Arun en Birma spoorweg

Vorige week hebben we de vrijdag een keertje doorgewerkt, omdat deze woensdag het tussenrapport moet worden ingeleverd. Vrijdagavond ben ik weer naar Bangkok gegaan.

Zaterdags zijn ik en Koy naar Wat Arun gegaan, de tempel die op de 10 baht munt van Thailand staat. Eeen tempel met veel kleuren en in een opvallende vorm, zoals ook in Ayutthaya. Daar hebben ik en Koy ook traiditionele Thaisekleren aan gedaan om wat foto’s te maken, met de tempel op de achtergrond. Daarvoor moest ik wel eerst wat Thaise danspasje leren ... De traditionele kledij stonden Koy ook net wat beter dan mij...

Na Wat Arun hebben we nog een boot tourtje over de Chao Praya gemaakt die ons nog langs twee andere tempels bracht. ’s Avonds zijn we nog met Steven en Noi (Stevens vriendin) naar de bioscoop gegaan.

Zondagmiddag kwam Stevens zus aan op Suvanabhumi airport, ze blijft hier tot komende vrijdag. Nadat ze aan is gekomen zijn we met haar naar Jatujak Market gegaand... waar meeteen een paar schoenen en twee tasjes zijn aangeschaft. Daarna was het weer tijd voor mij om naar huis te gaan, want maandag wordt er natuurlijk weer gewerkt. Steven heeft de maandag vrijgenomen om wat met zijn zusje te gaan doen.

De hele week hard doorgewerkt en vrijdag weer vrij. Donderdagavond ben ik vanuit het werk naar Bangkok gegaan. We wisten nog niet echt wat we wilden gaan doen dit weekend, dus ben ik een beetje door mijn lonely planet gaan spitten. Toen kwam ik op Kanchanaburi, een dikke twee uur van Bangkok, bij de grens met Myanmar. Hier staat “the bridge on river Kwai” en hier ligt het enige deel van de birmaspoorweg dat nog in gebruik is.

Vrijdagmiddag hebben we dus de bus gepakt naar Kanchanaburi, waar we ’s middags op het busstation aankwamen. Het bus station staat vol met oldtimer bussen, in alle kleuren van de regenboog. Vanaf het sation hebben we de fietstaxi naar het guesthouse waar we verbleven gepakt. Het gesthouse waren een stel bamboe huisjes aan de Kwai.

Die avond zijn we nog naar de brug gegaan en hebben we in het floating restaurant bij de burg avondeten gegeten. De volgende dag hebben we ’s ochtends eerst een scoitertje gehuurd en zijn we daarmee wat rond gaan rijden door Kanchanaburi.

Rond het middaguur hebben we op het “Kwai river bridge” station de trein gepakt over het nog enige stuk birma spoorweg, of death railway zoals het in het Engels heet, dat nog gebruikt wordt.De treinrit duurde een kleine 2 uur, door een behoorlijk country side stuk van Thailand.

Na een grote brug, waarvan ik de naam ben vergeten, zijn we uitgestapt. Dat was een plek met vooral veel souvenirkraampjes en natuurlijk de gelegenheid om foto’s te maken met de spoorweg. De omgeving daar was best mooi, met een grote rivier in het dal en de spoorweg die op een brug langs de berg liep. Op sommige plekken ligt het spoor zo dicht lngs de berg dat de trein maar enkele centimeters van de bergwand rijdt.

Nadat we met de trein terug zijn gereden naar het River Kwai Bridge station hebben we de bus terug naar Bangkok gepakt, Rond een uur of half negen kwamen we aan. Zondags hebben we niet veel bijzonders meer gedaan, lekker rustig aan.